Overlevingsstrategie

Mijn valkuil

Niet lang na mijn diagnose en overstap naar het gespecialiseerde ziekenhuis kreeg ik het aanbod met een maatschappelijk werkster van het ziekenhuis te praten. In eerste instantie had ik daar niet zo’n behoefte aan. Ik vond dat het wel goed ging met me en dat ik het wel aardig redde, zelf. Gaandeweg de behandeling dacht ik: misschien wel goed om toch eens te doen. Inmiddels kende ik mezelf wel een beetje in stresssituaties en mijn valkuil is dat ik het heel lang volhoud. Dan is er in eerste instantie ogenschijnlijk niet zo veel aan de hand, maar opeens is de emmer vol. Ik kan dan zelf verbaasd zijn waar de emotie opeens vandaan komt. Kennelijk bouwen de dingen op zonder dat ik het zelf door heb. Reden voor mij om eens te onderzoeken waar ik zat in de ‘build-up’


De maatschappelijk werkster vroeg me te vertellen over hoe ik de situatie nu ervoer en wat mijn overlevingsstrategie was. Ik begreep niet wat ze bedoelde. Ze legde uit dat iedereen voor zichzelf een manier heeft ontwikkeld om met moeilijke situaties om te gaan. Ik moest er echt even over nadenken. Wat deed ik eigenlijk? Ik kwam erachter dat ik in deze situatie, na een korte periode van ‘verlamming’ eigenlijk redelijk snel in de actiemodus was gegaan. Ik had de second opinion geregeld, goed nagedacht over vragen rondom mijn behandeling, stappen ingebouwd om te komen tot beslissingen over mijn operatie door informatie op te zoeken en te spreken met ervaringsdeskundigen, ik had in overleg met de internist mijn chemokuur zo veel mogelijke tailor made gemaakt, ik had ons persoonlijke netwerk ingezet om de druk op mijn man tijdens de behandelingen te verlichten, ik volgde een speciaal op de behandeling aangepast sportschema en was gaan lezen over voeding. Voor mij werkte die actiemodus goed. Het gaf mij het gevoel dat ik de controle, die ik kon hebben over de situatie, ook had. De maatschappelijk werkster complimenteerde me met de manier waarop ik ‘ermee omging’. 


Ook stonden we stil bij wat er moeilijk was. Dat voelde ook goed. Om dat ruimte te geven. Om even het ventiel uit de build-up te trekken. Dat maakte het makkelijker om de moed erin te houden en het plan zoals ik dat had gemaakt, en zoals de artsen dat hadden uitgestippeld, met (zoveel) (als mogelijk) vertrouwen, te volgen. Ik bewonderde de oordeelloze manier van vragen stellen van de maatschappelijk werkster, het mij volgen, het benoemen van successen, het mij serieus nemen en het normaliseren van heftige emoties. Ondanks dat ik dacht dat ik het niet nodig had, heb ik de gesprekken als een goede aanvulling op mijn (fysieke) behandeling ervaren. 


Dat gold ook voor het gesprek dat ik samen met mijn man bij haar had. Hij had, net zoals ik in eerste instantie, niet zo’n behoefte aan een gesprek, maar was ook weer niet te beroerd om een keer met me mee te gaan, zoals de maatschappelijk werkster voorgesteld had. Het bleek fijn hem ‘de vloer’ te kunnen geven. Om hem te laten vertellen hoe het voor hem was. Het werd een mooi gesprek waarin ik hem kon bedanken voor de steun die hij mij gaf. Hoe belangrijk dat voor mij was. Iets wat ik tot dan toe niet echt had gedaan. Ik had er niet aan gedacht of had het niet gedurfd. Ik weet het niet precies, maar in het gesprek kwam het als vanzelf.

Over de schrijver
Paula Boshouwers is de oprichtster van House of Ichō
Reactie plaatsen